Onderweg
Wandelend, rijdend, dwalend – wat ik onderweg tegenkom en bij me houd
Easterskar, mei – onderweg
“Het stuur van mijn oude Volvo trilt zacht. De weg slingert naar het riet.
In de achteruitkijkspiegel zie ik een paar zwaluwen vliegen. Voor me alleen een blauwe lucht.
Alles in mij vertraagt nog voor ik er ben en ik denk: hier ontstaat al een nieuw schilderij in mijn hoofd.”